Toen mijn dochter mij deze week even ‘tussen de soep en de patatten’ vertelde dat zij in de paasvakantie met een vriendin ook nog even een citytripje wilde maken, kwam er bij mij als moeder van alles in beweging. Althans...uiteindelijk. In eerste instantie was er vooral verstarring. Alles in mij zei namelijk als eerste antwoord: NEE.
Die 'NEE' wist ik om te zetten in allerlei mooie verwoordingen: 'Het lijkt me nu wel genoeg: je gaat binnenkort al een dure schooluitstap maken, dan in de zomer een interrail-reis met je vrienden en vriendinnen, op kamp met de jeugdbeweging en nog eens een leuk reisje met ons als gezin.' 'En heb je ook gedacht aan het milieu waarvoor je al hebt gedemonstreerd. Het gaat toch zeker geen vliegreis worden.' En zo had ik er geloof ik nog wel een paar.
Tot ik het even een beetje liet zakken. Wat gebeurde er nu allemaal precies bij mij? Waarom was mijn 'NEE' zo heftig? Had ik haar eigenlijk eerst wel even echt gehoord, ontvangen? Ondanks dat mijn tegenwerpingen allemaal best wel redelijk klonken en mijn dochter ook echt wel wat grenzen nodig heeft als het gaat om feestjes en uitstapjes, merkte ik dat er bij mijn reactie ook nog een behoorlijk eigen stuk meespeelde. Ik wil haar zo graag dicht bij mij houden. Ik laat haar niet zo graag die grote boze wereld in gaan. En weer een reisje extra is weer een extra stukje boze wereld. Een wereld waar ik haar niet kan beschermen en bij mij kan houden maar waar zij letterlijk ver van mij weg is en haar eigen plan moet trekken.
Ik kom zelf uit een gezin waarin ik nu niet echt aangespoord werd de wijde wereld in te gaan. En hoewel ik me daar, in ieder geval innerlijk, stevig tegen afgezet heb, zie ik mezelf voor een stuk hetzelfde doen. Ik reageer in eerste instantie uit angst. En reageren vanuit angst is iets helemaal anders dan reageren vanuit vertrouwen. Het bijzondere is: toen ik mijn angst durfde te voelen, in de ogen te kijken en te erkennen voelde ik vanzelf al ruimte komen. Er veranderde iets in mij. Het werd zachter, vloeibaarder. Zoiets. Ik voelde ruimte maar ook goesting komen om op een andere manier te reageren. Ruimte om mijn dochter eerst te ontvangen en van daaruit verder te kijken. En daarbij kan, mag ik steunen op de stevigheid die ik als moeder ondertussen heb opgebouwd.
Het is voor mij als moeder een heerlijke gedachte dat ik samen met mijn partner niet alleen mijn kinderen van alles moet leren, maar dat ik ook een heleboel van mijn kinderen kan en mag leren. Natuurlijk, ik ben de opvoeder maar tussen mij en mijn kinderen bestaat er een bijzondere dynamiek. Waarbij mijn kinderen ook mij steeds weer in beweging zetten. Zij doen een constant beroep op mij om overtuigingen, waarden, gezichtspunten, patronen, reacties in vraag te stellen. En stellen daarmee ook steeds weer de vraag naar wie ik eigenlijk ben. Wat is echt belangrijk voor mij, wat wil ik hen echt meegeven en voorleven? En wat wil ik, kan of mag ik loslaten? En kan dat misschien ook leiden tot iets nieuws in mij? Iets dat zich kan ontplooien, ontvouwen wat er wellicht ergens in mij wel al was, maar nog niet echt in mij verankerd was?
Deze dynamiek speelt zich natuurlijk in elke soort van relatie af. Maar door de speciale weg die ouders en kinderen samen gaan, is die dynamiek hier extra bijzonder en intens.
In de jaren dertig van de vorige eeuw schreef Maria Montessori een stukje tekst waarbij zij een deel van die dynamiek tussen kinderen en ouders prachtig beschrijft en wat mij erg dierbaar is geworden. Montessori was een belangrijke vernieuwende pedagoge in die tijd. Ze was Italiaanse van afkomst maar ze leefde en werkte lange tijd in Nederland waar zij aan de wieg stond van het Montessori-onderwijs. Het woordgebruik in de tekst is natuurlijk wat gedateerd, de kinderjuffrouw vervang ik persoonlijk door de TV of tablet.
Heel erg is het, als een kind zijn vader en moeder ’s morgens vroeg wanneer zij nog slapen wakker maakt. Als men een kinderjuffrouw heeft, moet zij dat voor alles zien te voorkomen. De kinderjuffrouw is de beschermster van de morgenslaap van de ouders. En toch, wat anders dan genegenheid drijft het kind naar zijn ouders, zodra hij wakker is. Als hij kan, staat hij vroeg op, met de zon als alle schepselen. Het kind gaat dan zijn ouders opzoeken, die nog slapen, alsof hij zeggen wou: “Leer toch zuiver te leven, het is licht, het is morgen.” Maar hij gaat niet naar hen toe als een leraar, hij gaat naar hen toe omdat hij van hen houdt. Misschien is het in de kamer nog wel donker, zijn de gordijnen dicht, zodat het morgenlicht de slapers niet kan storen. Misschien strompelt het kind in het donker met een angstig kloppend hart, maar hij overwint alle dingen en heel zachtjes raakt hij hen aan. Zijn vader en moeder brommen op hem: “Heb ik niet gezegd dat je me niet zo vroeg wakker mag maken?” “Ik maak je niet wakker, ik raak je alleen maar aan,” zegt het kind dan. “ik wou je alleen maar een kusje geven.” Het is alsof hij zeggen wil: Ik wou je niet lichamelijk wakker maken, ik wou alleen je geest wekken.” Ja, de kinderlijke liefde heeft een grote betekenis, waarbij wij nauw betrokken zijn. Vader en moeder slapen hun leven lang, zij zijn geneigd over alles heen te slapen en het is noodzakelijk dat nieuw leven hen wakker maakt en steunt met frisse en levendige energie, die zij allang verloren hebben. Het is noodzakelijk dat een wezen, dat anders leeft, hun iedere morgen komt vertellen: “Er is een beter leven, dat jullie vergeten zijn, kom en leef beter.” Beter leven, de aanraking van de liefde voelen! De mensen zouden degenereren zonder hun kind, dat hun leerde opstaan. Als de volwassenen niet beetje voor beetje wakker worden, zal zich een harde korst om hen heen vormen en hen gevoelloos maken. “
Maria Montessori: Het geheim van het kinderleven, Amsterdam 1937.
Wakker worden. Wie ben je? Wat wil je? Wat voel je? Leven is veranderen, groeien, nieuwe wegen bewandelen, verdwalen, vrucht dragen, loslaten, omkeren soms, vreugde beleven en soms intense pijn. Leven is telkens ook weer nieuwe groeikansen krijgen, nieuwe levensenergie voelen.
Kijken naar mijn dochter, haar ontvangen met haar wensen en verlangens is kijken naar wie mijn dochter is en wordt en tegelijkertijd kijken naar wie ik ben en wie ik geworden ben.
Het kind nog zo dicht bij zijn of haar oorspronkelijkheid maakt mij als volwassene steeds weer wakker. Om te leven, te bewegen en te groeien, om steeds meer mezelf te worden, om de liefde te voelen, om keuzes te maken vanuit mijn kracht.
Hiermee krijgt mijn dochter nog een andere bijzondere plaats in mijn leven.
Ze geeft mij zin om te bestaan.
Dit jaar vindt de Week van de Groeilamp plaats van 16 tot 23 mei. Met dit blogartikel willen we extra licht schijnen op het thema opvoeden. Want groot worden, dat gaat niet vanzelf.
Iedereen die betrokken is bij de opvoeding van kinderen weet dat dit soms gepaard gaat met moeilijke momenten. Momenten van twijfel en ongerustheid. Er is geen licht zonder schaduw. En dat is helemaal oké. We zetten ouders, familie en opvoeders in de spotlights omdat zij elke dag een veilige omgeving proberen te creëren voor kinderen en jongeren.