“Ik heb geleerd mezelf graag te zien”, zegt Peter. Al jaren werkt hij aan zijn persoonlijke groei via de methode van PRH, die hem als gegoten zit. “Ik kan nu echt lachen, echt luisteren en daarin ook het moeilijke laten bestaan.”
Tekst: Els Depauw
Foto's: Sigrid Spinnox
"Ik heb me heel lang afgevraagd wie ik eigenlijk ben”, vertelt Peter. “In mijn jeugd heb ik zware dingen meegemaakt, en ik stak alle gevoelens daarrond achter blokken beton. Ik cijferde mezelf weg, kon zelfs niet in de spiegel kijken. Via mijn vrouw leerde ik op 26-jarige leeftijd PRH kennen.”
De aanpak van PRH sprak Peter erg aan. “Ik besloot erin te stappen en me de methode gaandeweg meer eigen te maken: mezelf observeren en via schrijven zicht krijgen op alle aspecten van mijn persoon. Om van daaruit te groeien als mens, meer in harmonie te komen met wie ik ben."
Voor Peter is PRH een deel van zijn leven geworden. “Via individuele coaching en groepscursussen heb ik een enorme weg afgelegd. Ik heb gaandeweg mijn verdriet durven openleggen en het een plaats kunnen geven. Ik heb leren positief te zijn over mezelf. En het blijft me boeien om te zoeken naar harmonie in alle delen van mijn persoonlijkheid.”
Peters jaar begon niet goed. Zijn beste vriend raakte zwaargewond bij een fietsongeval, zijn beide dochters kregen corona en hij werd zelf het slachtoffer van verkeersagressie. “Vroeger zou ik alle gevoelens daarrond hebben onderdrukt en het hebben laten ‘uitschieten’ in mijn relaties. Nu kon ik het verdriet laten bestaan, erover schrijven, erover praten. Zo kreeg het een plaats in het nu, zonder afbreuk te doen aan wat er gebeurd is, maar ook zonder erdoor overspoeld te worden.”
Peter is ervan overtuigd dat je anderen pas graag kunt zien als je jezelf graag ziet. “Ik ga veel rustiger om met mijn echtgenote, mijn dochters, mijn zussen, mijn collega’s. Ik schiet veel minder in overdreven reacties. Als ik me eens boos voel worden, voel ik nu sneller waar en wanneer er pijn van vroeger mee achter zit. Dat pak ik aan in coaching en via de analysemethode van PRH. Daardoor kan ik kalmer reageren en beter luisteren. Met mijn vrouw is de wezenlijke band van in het begin alleen maar dieper geworden.”
De kerk is een van Peters habitats. Hij is er koorleider en beheert mee het patrimonium van de kerk. “Tijdens mijn groeiproces heb ik ontdekt dat ik een heel transcendent iemand ben. Ik voel bijvoorbeeld een sterke connectie met mijn twee overleden grootvaders, die mijn beste maten waren in mijn kindertijd. Als ik het moeilijk had, praatte ik met hen, en nu nog steeds. Ook in mijn geloof vind ik zuurstof om goed bij mezelf te kunnen komen.”
Ook in zijn keuken en wijnkelder voelt Peter zich in zijn sas. “Ik ben heel veel met smaken en kruiden bezig. Al ben ik geen vijfsterrenchef, ik kook graag en volgens de inspiratie van het moment. Wijnen ga ik overal in Europa halen bij de wijnboeren zelf. Zo zie en proef ik hoe de wijnen tot stand komen, met finesse, veel geduld en veel smaak en kleur.”
Contact met de natuur voedt hem ook. “Tijdens het thuiswerken ga ik af en toe in mijn tuin. Even ademhalen, een wandelingetje doen, met mijn moerbeiboom praten, onder onze kerselaar zitten. Ik kijk recht in de zon en zuig me daarmee vol.”
En dan is er nog die andere grote liefde, de muziek. “Muziek is mijn leven, het zit tot in het diepste van mijn vezels”, zegt Peter. “Tussen mijn 9 en mijn 25 speelde ik intens en passioneel piano en kamermuziek. Het was mijn enige hobby, het was zowel het positieve in mijn leven als mijn uitlaatklep. Zo kon ik tegen weinig mensen spreken over mijn innerlijke wereld en mijn verdriet, maar ik riep het van de daken in mijn pianospel. Ik haalde vele prijzen, wat mijn passie bevestigde, maar tegelijk deed het me ergens de bevestiging vinden die ik nooit kreeg.”
Peter vindt de liefde voor muziek terug als koorleider, maar zijn relatie met de piano is soms nog moeilijk. “De beleving errond is niet altijd even harmonieus, er kleeft nog pijn aan. Bovendien kan ik de klassieke methode - ‘het moet perfect en in de maat zijn’ - soms nog moeilijk rijmen met wie ik geworden ben. Ik wil niet meer in zo’n strak kader musiceren.”
“Ik werk er nu aan om zicht te krijgen op wat mij hindert om opnieuw ten volle piano te spelen. Dat is een mooie, wezenlijke weg om mijn groei verder te beleven, want muziek zit in mijn genen. Zo blijft het een toegangspoort om nog meer mezelf te worden. Intussen geniet ik van de diepe klik die ik heb met mensen die weten wat muziek is. Als mijn dochter Amelie komt meezingen als ik piano speel, ben ik oprecht ontroerd.”
In alles wat Peter doet, zoekt hij naar verbinding. “Op het werk leid ik een team van hoog opgeleide dames en heren. Onze firma, een vermogensbeheerder, vormt als het ware een kleine samenleving met 34 nationaliteiten. Wat mij daarin aantrekt, is mensen samenbrengen rond een gemeenschappelijk doel, communiceren met hen, de diverse culturen voelen leven met respect voor elkaar.”
“Ik weet zeker dat we een menselijkere samenleving zouden hebben als meer mensen aan hun persoonlijke groei zouden werken. Openheid, kunnen luisteren naar elkaar, ook al heeft de andere een andere mening, creëert banden. Ik zie ervan af als dat niet gebeurt.”
“Bij die rellen tijdens een betoging in Brussel laatst, voelde ik me leeggezogen. Dan twijfel ik soms: komt het nog wel goed met onze samenleving? Maar dan begin ik te schrijven en kan ik dat keren. Dan zie ik dat die menselijkheid er wel is, die kleine dingen die het leven mooi maken: de zon, iemand die lacht, de kunst bewonderen die mijn vrouw creëert, het zingen in het koor, een babbeltje met iemand die je niet kent.”
Sta net als Peter stevig in je schoenen met de cursus 'Wie ben ik?'